Ramsj II: Etnografica

door Alice Boots

Meestal vatten wij het begrip soulmate op als de spirituele band tussen twee mensen. Maar Jasper Krabbé, kunstschilder, ziet een ‘soulmate’ niet alleen als een band tussen twee mensen, maar ook als een band tussen kunstenaar en voorwerp. Dat was dan ook de reden voor het Amsterdamse Tropenmuseum om hem de gelegenheid te geven uit de immense verzameling Aziatische, Afrikaanse en Amerikaanse voorwerpen een keuze te maken voor een tentoonstelling, opgesteld in 2014.
Dwalend door de schatkamers van het museum koos Krabbé echter niet de topstukken die vaker worden tentoongesteld, maar juist veel alledaagse voorwerpen die doorgaans in het depot blijven liggen. Die voorwerpen fascineren hem omdat ze in hun argeloze schoonheid vaak meer dan de zogenaamde topstukken zicht geven op de belevingswereld van de mensen die de objecten schiepen of gebruikten. Dat geldt bijvoorbeeld voor een gebruiksvoorwerp, zoals een Surinaamse cassaverasp of de kaft van een schoolboek, maar ook voor een voorwerp met een spirituele lading, zoals het beeldje van een overledene of een halssieraad dat is samengesteld uit amuletten.
In het boek dat bij de tentoonstelling verscheen, Soulmade genoemd, licht Krabbé met enkele korte verhalen toe waarom voorwerpen hem als kunstenaar aanspreken. ‘De intensiteit van deze voorwerpen ligt in de aandacht die erin geïnvesteerd is – soms eeuwen geleden maar nog altijd actief voelbaar – en de ziel die besloten ligt in de materie.’ Sommige objecten laten hem wegdromen (bijvoorbeeld over de functie van een uitgerafelde deken uit Pakistan), andere zijn een inspiratiebron voor eigen beeldend werk (zoals de votiefschilderijen waarmee een bewoner uit Mexico dankt voor de steun die een heilige hem heeft verschaft). De schilder concentreert zich in zijn verhalen uitsluitend op de communicatieve kracht van de objecten en de verwantschap die hij ermee voelt. Daarom blijft hij, aldus de inleiding in het boek, ook ‘weg van kritiek op structuren van macht en dominantie, manieren van presenteren en de problematiek die besloten ligt in de geschiedenis van etnografische musea en hun collecties’.

 

De verhalen van Krabbé zijn boeiend om te lezen, maar zeker zo boeiend is de (Engelstalige) catalogus van voorwerpen in het tweede deel van het boek. Als lezer word je geconfronteerd met culturen waarin mensen geloofden in de kracht van amuletten, kalenders maakten om goede en slechte dagen te bepalen en dodenmaskers vervaardigden om met de doden te kunnen communiceren.
Het bekijken van die artefacten is een verademing in deze tijd, waarin een onzichtbaar virus ronddwaalt dat met alle mogelijke middelen – grafieken en vaccins – bestreden wordt. Nog maar een paar eeuwen geleden deden ook in ons land mensen in tijden van tegenspoed een beroep op hogere machten. Als de pest heerste werden er kerkdiensten gehouden en droeg men op het lichaam zakjes met slijpsel van de posten van kerkdeuren. In onze tijd is dat geloof in bovenaardse krachten verdwenen. Soulmade laat je te midden van alle lawaaiige coronadiscussies een andere kijk op het ongrijpbare en het onbeheersbare zien. De voorwerpen dwingen je tot een moment van reflectie. Dwars door het papier heen hebben ze daarom nog steeds een heilzame werking.

Soulmade. Jasper Krabbé x Tropenmuseum
Lecturis /Tropenmuseum, 2014
Ramsj.nl, € 7,90


Afbeeldingen:
Bovenaan: Doek, ritueel object, Toraja, Sulawesi, vroeg 20e eeuws, katoen, 56 x 50 cm
Midden: Masker, gevonden in een urn, Napu/Toraja, Sulawesi, 50 v.C - 830 n.C, terracotta, 12,5 cm
Share our website