Verre vreemden dichterbij


door Leonard Blussé

Geïnspireerd door oude afbeeldingen en aan de hand van origineel archiefmateriaal  heeft Bea Brommer een spectaculaire bloemlezing samengesteld van het sociale leven van Batavia tijdens de ontwikkelingsfase van het ‘generaal rendez-vous’ van de VOC in Azië. Het boek kwam tot stand in samenwerking met het Westfries Museum te Hoorn, dat in 2019 een tentoonstelling wijdde aan de stichting van Batavia in 1619 door gouverneur-generaal Jan Pietersz. Coen op de puinhopen van het voormalige vorstendom Jayakarta. Ik plak niet voor niets het etiket ‘spectaculair’ op dit rijk geïllustreerde boek. Het is werkelijk een lust voor het oog. Dit soort publicaties kunnen alleen tot stand komen mits ze rijkelijk worden gesubsidieerd en dat is in dit geval dan ook gebeurd.
Maakte Brommer met haar grote iconografische kennis en ervaring voorheen min of meer conventionele platenboeken van de Indonesische archipel, zij heeft de laatste jaren een origineel procedé ontwikkeld om ‘verre vreemden dichterbij’ te brengen, zoals zij al liet zien met haar in 2015 verschenen To my dear Pieternelletje, Grandfather and granddaughter in VOC time, 1710-1720 (Leiden: Brill/Hes en de Graaf). Rondom de brieven van de oud-gouverneur-generaal Willem van Outhoorn (1655-1720) aan zijn kleindochter riep zij in dat eveneens rijkelijk geïllustreerde boek van koffietafellectuur-formaat aan de hand van historische objecten en zorgvuldig gekozen archiefmateriaal een prachtig tijdsbeeld op.
In het huidige boek over Batavia heeft Brommer dezelfde originele aanpak verder uitgewerkt. Zij pretendeert niet in het voetspoor van befaamde stadshistorici van Batavia als Frederik de Haan (1922) of Henk Niemeijer (2005) te treden, maar presenteert rond enkele stedelijke thema’s zoals bestuur, kerk, onderwijs en bevolkingsgroepen (Chinezen, Japanners, Mardijkers en vrijburgers) een aantal representatieve biografieën. Aan de hand van allerlei archiefmateriaal, variërend van testamenten, boedelbeschrijvingen, veilingcatalogi, inventarissen en notulen tot contracten enzovoorts, passeren de levens de revue van een Bandanese ziekentrooster, een rijke Chinese weduwe, een spraakmakende vrijburger, een Japanse vrouw en een ondernemende heelmeester. Dat gebeurt allemaal in zo’n dosering dat de lezer ook werkelijk wordt verleid om in het overzichtelijke bronnenmateriaal rond te neuzen.



Coen en De Carpentier
Aangezien ruwweg de eerste vijftig jaar van de stad in illustratie en tekst worden behandeld, zal het duidelijk zijn dat de hoofdtitel van het boek, Batavia in 1627, de lading geenszins dekt. Daaraan ligt ten grondslag de overzichtskaart van Batavia, die Coens plaatsvervanger, gouverneur-generaal Pieter de Carpentier, bij zijn terugkeer in 1628 met zich meebracht. Dit enorme, door de landmeter Frans Florisz van Berckenrode vervaardigde schilderij geeft de (enigszins geïdealiseerde) toestand weer van de stad zoals die een jaar eerder was, toen De Carpentier de stad op 30 september weer aan Coen overdroeg. De kaart (hierboven afgebeeld) werd in 1919 in opgerolde, zwaar beschadigde toestand op zolder aangetroffen toen het Westfries Museum een tentoonstelling voorbereidde over de stichting van Batavia en haar roemruchte stichter J.P. Coen. Hoewel Coen ontegenzeggelijk het meesterbrein van Batavia was – hij had zelf de stad liefst Nieuw Hoorn willen dopen – schenkt Brommer terecht ruime aandacht aan de bijdrage van Pieter de Carpentier aan de opbouw van de stedelijke samenleving. Dat die opbouw niet zonder slag of stoot gebeurde – in de beginjaren lag men voortdurend overhoop met de Engelse medebewoners en in 1628 en 1629 moesten belegeringen door reusachtige legers van het rijk Mataram worden afgeslagen – komt nauwelijks ter sprake, maar zoals gezegd: Batavia in 1627 pretendeert geen geschiedwerk te zijn. Het boek kan het best beschreven worden als een met steekproeven uitgevoerde analyse van het sociale leven in de multiculturele koloniale stad.
De uitgave wordt afgerond met een biografie van landmeter Van Berckenrode en een beredeneerde collectie van andere stadskaarten uit de beginperiode. Aardig detail wellicht om te vermelden: de vanuit Nederland toegezonden bouwstenen voor de nog ontbrekende poort van het Kasteel Batavia op de kaart van Abraham Natham uit 1634 kwamen nooit aan. Zij waren verloren gegaan bij de stranding van het VOC-schip Batavia voor de Australische kust. Deze poort is tegenwoordig te Fremantle in gereconstrueerde toestand aan te treffen in het museum dat aan de wrakvondsten van de Batavia is gewijd.

Bea Brommer, Batavia in 1627. Wonen en leven in een multiculturele stad, Walburg Pers 2022 

 
Share our website