Nieuwsbrief augustus 2022

Beste lezer,

De geschiedenis lijkt in een stroomversnelling te komen. De politieke wereldorde staat op zijn kop, de economische basis onder de samenleving trilt op zijn grondvesten en het veranderende klimaat dwingt een nieuwe (over)levenswijze af. Hoe moeten we ons voor het verleden interesseren als de actualiteit zich dermate opdringt?

Wat mij betreft: historische feiten worden beter voorstelbaar, scherper gevoeld. Ik lees in het opzienbarende Merdeka dat er op Java tijdens de onafhankelijkheidsoorlog 700.000 mensen op drift raakten door hongersnood en 100.000 Chinezen op de vlucht sloegen voor etnisch geweld. Milities met honderdduizenden manschappen zochten de strijd in de archipel, ook met elkaar. Op woensdag 7 september a.s. spreek ik erover met Henk Schulte Nordholt en Katja Paijens, op de Tong Tong Fair. Hoe houdt men een enorm territorium bij elkaar, met verschillende politieke, etnische en religieuze gezindten, en moet men dat wel willen? Was het federalisme, in de vooroorlogse jaren een aantrekkelijk alternatief, na de Japanse bezetting geen goede oplossing meer?

Op diezelfde Tong Tong Fair ontmoet ik David Van Reybrouck, op zaterdag 3 september. We spreken onder andere over de ontvangst van zijn Revolusi. Indonesië en het ontstaan van de moderne wereld. Er verschenen al vertalingen in het Spaans en het Duits; waarschijnlijk ligt een deel van de fascinatie in het inzicht dat de wereldorde binnen decennia een heel ander aangezicht kan aannemen, dat revolutie een lopend vuur kan worden en de politieke en maatschappelijke verhoudingen snel een onverwachte wending kunnen nemen – ook al kondigde die zich al langer aan.

Voor de generaties die geen oorlog aan den lijve hebben meegemaakt, is het moeilijk te vatten dat alles anders wordt, naar ook voor degenen die er middenin zaten blijkt het lastig. Will Derks besprak voor Indies tijdschrift de Algerijnse kronieken van Albert Camus, die zich – hoezeer hij ook voor een gelijke behandeling van de Algerijnse bevolking ijverde – geen onafhankelijk Algerije kon voorstellen. Zo verslingerd was hij kennelijk aan het land waar hij als Fransman werd geboren, dat hij zich er ook intellectueel niet van kon losrukken, hoe heftig de Algerijnse onafhankelijkheidsstrijd ook uit de hand liep. Tragisch, noemt Derks dat terecht.

P.A. Daum, een ‘koloniaal’ schrijver, heeft voor de lezers van Uit de suiker in de tabak een pittige verrassing in zijn roman verstopt. Ik herlas het boek naar aanleiding van Gerard Termorshuizens artikel, waarin hij de vroege novellen van Daum herwaardeert. Was Daum inderdaad nog het lezen waard? De lezer wordt ogenschijnlijk – behoorlijk meeslepend – meegenomen in de belevenissen van een Hollandse jongen die in Indië zijn fortuin zoekt, maar maakt op driekwart van het boek zijdelings kennis met een ‘onuitstaanbare’ ambtenaar, die op Sumatra de uitbuiting van arbeiders op de plantages blijkt te bestrijden. Voor de goede verstaander kantelt hier het perspectief, althans: in zijn hoofd. Daum gaat doodleuk verder de ondergang van onze held te beschrijven.

Ook Zuid-Afrika-specialist Siegfried Huigen keerde terug naar een figuur die hem eerder had geboeid: Laurens – ooit Lourens – van der Post, een Afrikaner die als Brits militair op Java terechtkwam, daar als krijgsgevangene verbleef, later kennismaakte met Sjahrir en voor de onderhandelingen in Linggadjati als intermediair optrad. Hij moet, hoewel zelf slachtoffer van hun regime, een van de eersten zijn geweest die (oorlogs)misdadigers als ontoerekeningsvatbaar clementie wilde verlenen. Huigen las zijn werk en schreef een smakelijk portret.

Oorlog en dekolonisatie keren steeds terug in beeld en we weten nog lang niet alles, ondanks de fantastische boeken die zijn verschenen; Herman Keppy stuitte met de herdenking van de ‘bevrijding’ op 15 augustus op een Moluks fragment van die geschiedenis, dit najaar staat er weer een aantal ODGOI-titels op stapel, uitkomsten van het Grote Onderzoek. Daar kijk ik naar uit, meer dan naar het nieuwe golfje historische studies en romans van nazaten die over hun eigen voorouders schrijven. Lang niet alle individuele verhalen voegen iets toe, en om te vatten wat er in de complexe wereld van toen is gebeurd, hebben we behoefte aan grote lijnen. Goede historici weten die met treffende details te verweven. Zo is Sjahrirs afkeer van Soekarno’s ijdelheid, diens zorg – in gevangenschap – om zijn Arrow-overhemden, beschreven in Merdeka, tekenend voor het mentaliteitsverschil tussen de twee. Hoe was het afgelopen als de socialist Sjahrir een hoofdrol had kunnen houden, vraag je je af.

U treft op onze website ook een rondreis langs de Caraïbische poëzie door Naomi van Marle en een kritisch artikel van Pauline K.M. van Roosmalen over Obbe Norbruis' Indische bouwkunst, dat zij overigens een belangrijk boek noemt. Norbruis zelf houdt 8 september een lezing op de Tong Tong Fair, evenals Jan van Dullemen (10 september), wiens studie over architect Richard Schoemaker Norbruis voor ons besprak.


Op www.indiestijdschrift.nl kunt u t.z.t. de genoemde interviews teruglezen, met de boeken en de artikelen kunt u nu al beginnen!

Met hartelijke groet,

Esther Wils



 
Share our website